Beschrijving project Alissa
Algemeen
‘Ik ben een boekenworm!’ Of liever ‘een persoon die graag met zijn neus in de boeken zit’. Dit was het algemene doel dat ik wou bereiken bij mijn leerlingen. De ene leest natuurlijk al wat meer of liever, maar dan is het gewoon kwestie van het leesplezier terug aan te wakkeren bij de andere. De leerlingen meer laten lezen en ze ervan laten genieten is natuurlijk niet zo makkelijk. Wanneer je hierbij een beloning aan linkt, klinkt dit al veel aanlokkelijker. Als leesminutenbeloningssysteem heb ik dan ook ‘De boekenworm’ uitgewerkt.
‘Ik ben een boekenworm!’ Of liever ‘een persoon die graag met zijn neus in de boeken zit’. Dit was het algemene doel dat ik wou bereiken bij mijn leerlingen. De ene leest natuurlijk al wat meer of liever, maar dan is het gewoon kwestie van het leesplezier terug aan te wakkeren bij de andere. De leerlingen meer laten lezen en ze ervan laten genieten is natuurlijk niet zo makkelijk. Wanneer je hierbij een beloning aan linkt, klinkt dit al veel aanlokkelijker. Als leesminutenbeloningssysteem heb ik dan ook ‘De boekenworm’ uitgewerkt.
Boekenworm
De boekenworm bestaat uit enkele segmenten in verschillende kleuren die de leerlingen moeten proberen vol krijgen aan de hand van spaarkaarten. Het parcours begint bij de staart van de slang en eindigt bij de kop.
Alle leerlingen kregen bij de aanvang van mijn eindstage een spaarkaart die ook meteen fungeerde als bladwijzer. Hierop stonden allemaal klokjes die leesminuten representeerden. (zie sjabloon) Per aantal gelezen minuten konden ze een sticker verdienen. Dit was wel verschillend per kleur/segment. In het eerste gele segment moesten de leerlingen 10 minuten lezen voor 1 sticker. Een volledig stickervel had dus een waarde van drie uur of 180 minuten lezen. In het rode segment was elke sticker 15 minuten waard, in het blauwe 20 minuten en in het groene 25 minuten.
Het aantal minuten per segment is natuurlijk afhankelijk per klasgroep. Je kan hier dan ook enorm in variëren. Na het bestuderen van mijn beginsituatie kwam ik tot de constatatie dat mijn leerlingen al heel wat leesminuten verslinden op één week tijd. Daarom dat ik voor hen ook de lat wat hoger legde. Voor leerlingen uit een lagere graad kan je dit perfect aanpassen
door gewoon de leesminuten per kleur te verlagen.
De boekenworm bestaat uit enkele segmenten in verschillende kleuren die de leerlingen moeten proberen vol krijgen aan de hand van spaarkaarten. Het parcours begint bij de staart van de slang en eindigt bij de kop.
Alle leerlingen kregen bij de aanvang van mijn eindstage een spaarkaart die ook meteen fungeerde als bladwijzer. Hierop stonden allemaal klokjes die leesminuten representeerden. (zie sjabloon) Per aantal gelezen minuten konden ze een sticker verdienen. Dit was wel verschillend per kleur/segment. In het eerste gele segment moesten de leerlingen 10 minuten lezen voor 1 sticker. Een volledig stickervel had dus een waarde van drie uur of 180 minuten lezen. In het rode segment was elke sticker 15 minuten waard, in het blauwe 20 minuten en in het groene 25 minuten.
Het aantal minuten per segment is natuurlijk afhankelijk per klasgroep. Je kan hier dan ook enorm in variëren. Na het bestuderen van mijn beginsituatie kwam ik tot de constatatie dat mijn leerlingen al heel wat leesminuten verslinden op één week tijd. Daarom dat ik voor hen ook de lat wat hoger legde. Voor leerlingen uit een lagere graad kan je dit perfect aanpassen
door gewoon de leesminuten per kleur te verlagen.
Wanneer hun spaarkaart dan vol was, mochten ze deze aan de slang hangen en kregen ze een individuele beloning. Bij mij was dit een slangensnoepje om in het thema te blijven. Bij het indienen van een volle spaarkaart, kregen ze ook meteen een nieuwe om terug verder te sparen. Wanneer de leerlingen één segment vol hadden, kregen ze een klasbeloning.
Differentiatie
Gedurende heel het project bleef ik de leerlingen uitdagen. Enerzijds moesten ze steeds meer minuten lezen om een bepaalde kleur sticker te bemachtigen. Anderzijds werd elk segment ook langer en dus de beloning ook groter. Iedereen moest zich dus blijven engageren om de klasbeloning te behalen. Wanneer iemand achter bleef of zich niet meer inzette, zou dit dus niet lukken. Het was dan ook leuk om te zien hoe de kinderen elkaar motiveerden om toch nog eens hun beste beentje voor te zetten. Ook het zinnetje ‘Kijk juf, we zijn er bijna!’ toonde aan dat ze er wel enorm mee bezig waren en dat de slang echt leefde in de klas.
Ik voerde ook een vorm van differentiatie in voor de ‘zwakkere’ lezertjes die niet zo lang aan een stuk kunnen lezen. Zo moest een jongen uit mijn klas slechts 5 minuten in plaats van 10 minuten lezen per sticker in het eerste segment. Zo kon hij ook meesparen voor een volle kaart, maar op zijn tempo. Verder zorgde ik ook voor een doordachte klasbib op maat van de leerlingen. Ik selecteerde boeken per genre, dikte en leesniveau. Hieruit mochten ze dan een boek kiezen. Wij deden dit vooral omdat kinderen niet altijd thuis boeken ter beschikking hebben of omdat het soms moeilijk is om in een bibliotheek te geraken. Uit de enquête bleek ook dat kinderen vaak steeds hetzelfde genre lezen en door het aanreiken van verschillende soorten boeken geven we ze eens de kans om iets nieuws te leren kennen.
Differentiatie
Gedurende heel het project bleef ik de leerlingen uitdagen. Enerzijds moesten ze steeds meer minuten lezen om een bepaalde kleur sticker te bemachtigen. Anderzijds werd elk segment ook langer en dus de beloning ook groter. Iedereen moest zich dus blijven engageren om de klasbeloning te behalen. Wanneer iemand achter bleef of zich niet meer inzette, zou dit dus niet lukken. Het was dan ook leuk om te zien hoe de kinderen elkaar motiveerden om toch nog eens hun beste beentje voor te zetten. Ook het zinnetje ‘Kijk juf, we zijn er bijna!’ toonde aan dat ze er wel enorm mee bezig waren en dat de slang echt leefde in de klas.
Ik voerde ook een vorm van differentiatie in voor de ‘zwakkere’ lezertjes die niet zo lang aan een stuk kunnen lezen. Zo moest een jongen uit mijn klas slechts 5 minuten in plaats van 10 minuten lezen per sticker in het eerste segment. Zo kon hij ook meesparen voor een volle kaart, maar op zijn tempo. Verder zorgde ik ook voor een doordachte klasbib op maat van de leerlingen. Ik selecteerde boeken per genre, dikte en leesniveau. Hieruit mochten ze dan een boek kiezen. Wij deden dit vooral omdat kinderen niet altijd thuis boeken ter beschikking hebben of omdat het soms moeilijk is om in een bibliotheek te geraken. Uit de enquête bleek ook dat kinderen vaak steeds hetzelfde genre lezen en door het aanreiken van verschillende soorten boeken geven we ze eens de kans om iets nieuws te leren kennen.
Zelfevaluatie leerlingen
Aan het einde van elke week probeerde ik ook steeds een kleine zelfevaluatie te doen. Zo konden de leerlingen hun eigen leesgedrag bijhouden en bijsturen indien nodig. Ze kregen elk een ‘leestrap’ en een wasknijper. Deze trap bestond uit verschillende kleurvariaties. Elke kleur had een verschillende betekenis. Het was de bedoeling dat ze hun wasknijper op de kleur plaatsten die op dat moment best hun leesgedrag van die week weergaf. De week nadien deden ze dit opnieuw en zagen ze dus of ze gedaald of gestegen waren op de leestrap. Dit was geen competitie, maar gewoon een eerlijke weergave van hun inzet. Licht paars: Ik heb enorm veel gelezen. Donker paars: Ik heb heel veel gelezen. Donker blauw: Ik heb veel gelezen. Lichtblauw: Ik heb voldoende gelezen. Groen: Ik heb een beetje gelezen. Geel: Ik heb te weinig gelezen. Oranje: Ik heb bijna niets gelezen. Rood: Ik heb niets gelezen. |
Valkuilen project Alissa
Na het uittesten van dit beloningssysteem heb ik ook enkele valkuilen ontdekt. Zo mochten de leerlingen individueel hun eigen gelezen minuten bijhouden. Dit zowel thuis als op school. Ze zetten kruisjes per aantal gelezen minuten en de volgende dag kom ik rond met de stickers. Hier heb je als leerkracht dus moeilijk controle op. Je moet de leerlingen vertrouwen en hun geloven op hun eerlijkheid. Ik wees er mijn leerlingen dan ook vaak op dat ze al in het zesde leerjaar zitten en ik hen die zelfstandig toevertrouw. Al ben ik wel niet altijd even zeker of alles wel zo eerlijk verlopen is. In een lagere graad kan je dit bijvoorbeeld oplossen door thuis de ouders in te schakelen of op school te werken met een meetinstrumentje zoals een zandloper of klokje. Je duidt nadien dan zelf ook het aantal verdiende stickers aan.
Je moet als leerkracht ook best telkens een duidelijk moment afspreken met je leerlingen wanneer ze de spaarkaarten mogen indienen voor de stickers. Nu kwamen ze vaak allemaal op een ander moment waardoor ik veel tijd verloor door telkens opnieuw te moeten kleven. Daarnaast is het uitrekken van tijd voor de beloning ook iets dat je steeds in het achterhoofd moet houden. Je weet nooit precies wanneer ze een vol segment bereiken waardoor het ook moeilijk is om een bepaalde beloning in te plannen. Mijn leerlingen wouden graag eens een bosspel spelen, koken of een teambuilding doen, maar aangezien ik niet wist wanneer ze deze beloning zouden bemachtigen, was het moeilijk om tijd te voorzien. Sommige beloningen werden daardoor soms
een beetje uitgesteld waardoor het enthousiasme af en toe verzwakte.
Een andere valkuil kan zijn dat het niveau te hoog of te laag ligt. Hierdoor kan de boekenworm te snel vol geraken of juist te traag. Om dit te voorkomen, moet je dus je eigen beginsituatie goed onderzoeken. Hoeveel lezen de kinderen nu al en welk doel wil ik met hen bereiken? Als je deze gegevens hebt verzameld, kan je zelf kiezen hoe groot je de boekenvorm en de spaarkaarten maakt.
Je moet als leerkracht ook best telkens een duidelijk moment afspreken met je leerlingen wanneer ze de spaarkaarten mogen indienen voor de stickers. Nu kwamen ze vaak allemaal op een ander moment waardoor ik veel tijd verloor door telkens opnieuw te moeten kleven. Daarnaast is het uitrekken van tijd voor de beloning ook iets dat je steeds in het achterhoofd moet houden. Je weet nooit precies wanneer ze een vol segment bereiken waardoor het ook moeilijk is om een bepaalde beloning in te plannen. Mijn leerlingen wouden graag eens een bosspel spelen, koken of een teambuilding doen, maar aangezien ik niet wist wanneer ze deze beloning zouden bemachtigen, was het moeilijk om tijd te voorzien. Sommige beloningen werden daardoor soms
een beetje uitgesteld waardoor het enthousiasme af en toe verzwakte.
Een andere valkuil kan zijn dat het niveau te hoog of te laag ligt. Hierdoor kan de boekenworm te snel vol geraken of juist te traag. Om dit te voorkomen, moet je dus je eigen beginsituatie goed onderzoeken. Hoeveel lezen de kinderen nu al en welk doel wil ik met hen bereiken? Als je deze gegevens hebt verzameld, kan je zelf kiezen hoe groot je de boekenvorm en de spaarkaarten maakt.